In lang vervlogen tijden, toen er alleen nog maar met de hand geschreven werd, is de gewoonte ontstaan om in teksten woorden waarvan de betekenis bekend verondersteld mag worden of woorden die zich vaak herhalen in diezelfde tekst, te vervangen door hun beginletter(s) gevolgd door drie puntjes.
Twee op de regel en ŽŽn in het midden daar boven.
In de latere wereld van auteurs en het korrigeren van drukproeven en dergelijke heeft dit teken een dergelijke betekenis gehouden. Ook Multatuli bediende zich er van in zijn handgeschreven copij. Om niet telkens de hele eigennaam van zijn karakters voluit te hoeven schrijven. Een soort afkortings-teken dus.
Toen men er in de 18e eeuw toe over ging om de maÂÂonnieke ritualen te laten drukken heeft men die oude gewoonte die in de handgeschreven teksten al voor kwam gewoon overgenomen.
Ideaal, want daarmee maskeerde men in de ritus gebruikte woorden en moest je letterlijk een ingewijde zijn om te weten wat al die afkortingen die door de hele tekst verspreid stonden betekenen.
Tot op de dag van vandaag heeft de maÂÂonnerie, die sterk aan tradities hangt, dat gebruik bewaard en worden tot op de dag van vandaag in maÂÂonnieke korrespondentie e.d. afkortingen aangegeven door de beginletter(s) gevolgd door de drie puntjes.
Wwarschijnlijk is daaruit in de 19e eeuw, toen handgeschreven missives nog veel betekenis hadden, in Frankrijk de gewoonte ontstaan onder maÂÂons om hun handtekening op te vrolijken met drie puntjes, daarmee mogelijk ook het gewicht van het bericht benadrukkend.
Sommige vrijmetselaren -bij lange na niet alle (!)- nemen dit oude gebruik op romantische gronden over, maar heden is a) het belang van handsgeschreven teksten verminderd en b) ierdereen kan het doen. Dus als feitelijk herkenningsteken heeft het eigenlijk geen waarde. Het is ook niet een officieel iets. Vrijmetselaren laten zich zoiets niet voorschrijven. Maar het is wel grappig.
In de wereld van militairen en religieuzen kent men ook tekens die rond de handtekening worden gezet en die de rang of functie aangeven. EŽn of meer kruizen of het patriarchaal kruis bij priesters en bisschoppen e.d.
Je mag er rustig van uit gaan dat het Rennes-le-Chateau verhaal in die richting gezocht moet worden. Er bestaat tussen al die legenden en de actuele vrijmetselarij -hetgeen niet meer dan een bepaalde levenshouding is- geen enkel aangetoond verband. Maar het is wel grappig om daarover te mijmeren en speculeren.